"Het is niet omdat het moeilijk is dat we niet durven, het is omdat we niet durven dat het moeilijk is"

30 maart 2016

Aankomst Aurovalley Ashrem

Na een lange reis via Frankfurt naar Dehli land ik zondagochtend in Dehradun, waar een taxi gestuurd door de Ashram mij opwacht. De geur van stof, vocht en dorre planten komt me tegemoet. De geur die ik alleen in Azië ervaar. 
De koffer van de auto is snel gevuld met mijn backpack, mijn kleine rugzak geraakt er mits aanduwen nog bij. De auto heeft iets weg van een oude lada of skoda die 10 jaar geleden in Oost-Europa naar de kant van de weg uitweken voor de nieuwere modellen, maar ik kan niet thuis brengen welk merk het is. Het enige wat ik zeker weet is dat het een oude roestbak is. 

Het stoffige landschap glijdt voorbij, het zou hier enkel in juni en juli regenen. Wat wil zeggen dat de grond nog droger zal worden. De wegen zijn slechts gedeeltelijk verhard, bussen, kleine vrachtwagen, brommers, fietsers, voetgangers, af en toe een blinkende,  peperdure wagen eisen hun plaats op. De chauffeur rijdt in het midden van de weg, toetert als hij een weggebruiker in dezelfde richting nadert, wat verandert in een afgebroken getoeter als hij iemand uit de weg wil. Op de baan ben ik wel wat gewoon, aan velen hoef ik niet uit te leggen hoe dat komt...als je weet wie mij heeft leren rijden, in hoeveel landen ik met maffe taxichauffeurs ben meegereden, zelfs in Italië en Sumatra bleef ik relax. Maar nu moet ik even slikken op het moment dat wij in het midden van de weg een trager voertuig passeren en recht op een tegenligger afstevenen. Net op tijd hebben we plaats links van het midden (in India rijden ze averechts), zodat we een frontale botsing vermijden. Enfin, dat is mijn perceptie, dit is gewoon de manier van rijden. 

Tijdens de rit tuur ik naar de puinhoop langs de weg, vuile, magere lichamen, kraampjes in gamele hutjes gemaakt van afval, en afval is hier voor het rapen. India doet me aan Brasilië denken: chaos, armoede, vuil, brandend afval en veel vriendelijke mensen.
Eindelijk in Raiwalla, stap ik de receptie van een stille, nette Ashram binnen. Na wat papierwerk volg ik een jonge vrouw langs de eetzaal, onder een rij bomen zie ik de bibliotheek, wandelen we door de bloementuin richting de wereldtempel. Dit witte gebouw heeft de vorm van een arena en verenigt gasten vanuit alle hoeken van de wereld. Mijn kamer is helemaal bekleed met wit marmer, zelfs de bedden zijn massieve blokken steen bekleed met marmer en erbovenop een harde matras. Al luisterend naar de vele vogels in het aangrenzende bos val ik in een diepe slaap. Ik voel mij onmiddellijk thuis.

In de late namiddag word ik net op tijd wakker om met de rest van onze groep een late lunch te genieten. Kikkererwten, groenten in currysaus, typisch Indisch brood en rijst. There's a great beauty in simplicity. 

Geen opmerkingen: