"Het is niet omdat het moeilijk is dat we niet durven, het is omdat we niet durven dat het moeilijk is"

24 september 2012

En toen werd ik Upik gedoopt...

In de paradep taxi recht tegenover mijn hotel wacht ik op Dina. terwijl ik wacht zie ik een man op een driewielerbrommertje aankomen. Hij kriupt van zijn zitje en komt op zijn knieen terecht. Hij doet zijn schoenen uit en steekt zijn handen erin...hij kruipt op handen en knieen over de grond, ondat zijn gewrichten misvormd zijn. Een man die in de paradep werkt komt een praatje met me maken, hij heeft Engels gestudeerd en probeert zijn taal op die manier te onderhouden. Andere wachtende mensen rochelen en speken, dat is hier echt de gewoonte. brrr

Dina komt van de luchthaven met een vriendin, Henny, mijn gastvrouw voor deze nacht. Met z'n drieen stappen we in een taxi richting Siantar, tussen Medan en het Tobameer. Het is een reis van ruim 3 uur. De dames zijn erg gastvrij en we praten over alles waar ik me al vragen heb bij gesteld. Blijkt dat beide vriendinnen single zijn en dus zitten we in hetzelfde clubje! Deze dames zijn absoluut moderne moslima's. Tijdens de reis begint het hard te regenen en de straten staan blank, ik vloek. Ik heb geen kw bij en mijn gortex vond ik te warm. Soit, ik heb geen kw, ik dacht het waait daar toch snel over...hehe.

Bij Henny's huis toegekomen nemen we tijd voor een thee en Kue Kebaran, feestkoekjes met noten of kaas. Ik ben gek op noten...Ondertussen ben ik nog steeds aan het roken, maar dan de typische sigaretjes van hier met kruidnagel...mmm lekker. Met een gewone sigaret kan je me alvast geen plezier meer doen. We kruipen samen in een groot bed, gelukkig klikt het tussen ons. De warmte en gastvrijheid waarmee ik door Dina en Henny ben opgevangen doet me deugd.

De volgende morgen serveert Henny me een echt Indonesisch ontbijt: Nasi Giruh, wat gele rijst met gebakken vis is en een spicy gerechtje met groenten en aardappelen. Heerlijk met thee. Dina en haar vriend Deni pikken ons op om naar het Tobameer te vertrekken. Al snel heb ik door dat mijn gastvrouwen er warmpjes in zitten, er is een duidelijk verschil tussen hen en de mensen die ik afgelopen dagen heb ontmoet. De sfeer zit er goed in en Dina gids tijdens de rit en beantwoordt al mijn vragen.

De weg van Medan tot aan de ferry naar het eiland Samosir in het Tobameer is een smalle baan, misschien iets beter dan een Vlaamse veldweg en nog slechter onderhouden. En dit is de hoofdbaan, waar alle transport overheen dendert. Iedereen rijdt hier als een gek, maar ik ben niet bang...ik hoef jullie wellicht niet uit te leggen waarom niet? Ik ben wel wat gewoon op vier wielen. Hetgene waar ik me aan stoor is de afvalberg waar de armsten op leven.

Vlak voor we aan de ferry komen, rijden we langs een bergflank en zitten er aapjes langs de kant van de baan. Wat verder hangt een vrachtwagen in een bocht die bergop gaat helemaal scheef. Het voertuig is gestut met houten palen om niet om te vallen, misschien wat overladen...
We moeten even wachten op de ferry en ik maak kennis met nog twee vrienden van Dina en Henny. We zijn met zes...en Deni, de gekste van de bende, wil me een Indonaam geven...na wat hilariteit waarvan ik niets begrijp kies ik Upik als naam, wat braaf meisje betekent. Zie je wel!

Zodra we op de ferry staan, lopen er kinderen over de rand van de boot. Ze willen dat we geld in het water gooien, zodat ze erachter kunnen duiken. Het wordt een spektakel en de kinderen blijven maar komen. Vrouwen verkopen hardgekookte eieren en ook die gaan het water in. Hopla en we zijn vertrokken.

Op het eiland Samosir slapen we te Tuktuk in hotel Carolina, een terras met uitzicht op het meer tussen de bergen. Mooi. We nemen onze zwemkledij en trekken naar de andere kant van het eiland om er te genieten van warm zwavelwater...of hoe moet je dat uitleggen. Ik kikker er helemaal vanop. Het is zaterdag en we trekken naar een Pub vlakbij het hotel, waar een bandje rocknummertjes covert...tja ik ben weer mijn uitbundige zelf en de dansvloer staat vol. Het was een fijne dag en avond met een leuke bende Indos!

Geen opmerkingen: