"Het is niet omdat het moeilijk is dat we niet durven, het is omdat we niet durven dat het moeilijk is"

3 oktober 2012

Richting het land van Minangkabau

De ochtend na de terugkeer uit de jungle nemen we de eerste Leki Leki naar Kutakane waar we de bus terug naar Medan nemen. De gastvrijheid in het noorden is prachtig, ik krijg thee en ontbijt bij de ouders van mijn gids, zodat we klaar zijn voor alweer een lange en langzame reis. Vandaag probeer ik alle soorten transport uit...Leki leki is een pickup met zitplaatsen in de laadbak, die snel overvol zit met schoolkinderen die dan maar op elkaars schoot zitten of achteraan de wagen bengelen.

In Medan boek ik een vlucht voor de volgende ochtend naar Padang, daar neem ik de eerste echte bus zoals wij die kennen naar Bukittinggi. Het is een lange dag, ik ben wakker sinds 3u deze ochtend en kom rond de middag in het hotel aan. Ik krijg een dip, als ik even niet alleen heb gereisd, moet ik afkicken...wennen aan het idee dat ik alleen reis en de vermoeidheid wakkert die dip alleen maar aan. Dus ik kruip in bed.

's Avonds ga ik de straat op om daar aan een kraampje wat te eten, ik ga voor Sate Ayam, kippensate met pindasaus en rijst...heerlijk. Naast me komt een jongeman met lamg haar zitten...er gaat een belletje rinkelen. Jonni heeft me verwittigd voor langharige mannen die je door de stad gidsen. We praten wat en ik kruip achter op zijn brommer, alweer vertrouw ik op mijn intuitie...ons moeder moest het weten, denk ik dan. Hij rijdt me doorheen de stad en we stoppen om een rum cola onder de toog te kopen, want moslims drinken geen alcohol...hehe dat had je gedacht. Omdat het niet zou opvallen, giet de verkoper de drank in een plastiek zakje met een rietje erin. Handig eigenlijk.

We rijden naar het panorama uitzicht, hoewel het al donker is. Ik zie de lichtjes van de stad, slurp wat van de cocktail en we praten wat over onze zo van elkaar verschillende werelden. Een vraag die ik elke local vraag als ik ze in vertrouwen neem: Bid jij 5 keer per dag? Meestal lacht die persoon, omdat ze dus zoals ik verwacht niet bidden en soms zelfs helemaal niet gelovig zijn. Ze conformeren met de maatschappij, omdat niet geloven een taboe is, maar wel degelijk de realiteit.

De volgende morgend verhuis ik van hotel, ik vind het huidige te duur, de badkamer is me te goor en ik heb hier alleen nog maar mannen gezien. Ik heb een homestay van een Duits-Indonesisch koppel gevonden, knal in het centrum. Het is niet dat ik op vlak van luxe vooruitgang boek, maar ik voel me hier meer op mijn gemak en misschien ontmoet ik hier een andere backpacker...want eerlijk, ik ben ze nog niet vaak tegengekomen! Ik eindig altijd met een local!

Op aanraden van Ulrich, de eigenaar van de homestay, neem ik de minibus naar Batak Palupuh, een dorpje van 500 inwoners waar je enkel een kleine winkel en een koffiehuisje vindt te midden de rijstvelden. Een gids neemt me mee naar het fenomeen van deze week, de bloem Rafflesia die slechts zelden bloeit en wel een meter groot kan zijn. We lopen een heuvel naast de akkervelden met pepers op, de bloem is rood met witte stippen en als de bladeren open staan 90 cm breed. Ze bloeit slecht een week en dan kan het wel anderhalf jaar duren alvorens dit nog eens gebeurd. We lopen even langs een reuzenaronskel, ook wel eens penisplant genoemd. Deze zou over een goed jaar een soort bloem hebben en als het zover is ruik je die van meters afstand.

We lopen terug naar het dorp en stoppen aan een koffiebranderij Raflesia Luwak Coffee. Hier wordt koffiepoeder gemaakt van de uitwerpselen van de wilde civet kat. De civet eet koffiebonen die hier in het wild staan en deze bonen blijven gedurende het spijsverteringsproces van dit beestje. De strontjes worden dus verzameld, gewassen, gedroogd, gebrand en gemalen. Hoewel ik absoluut geen enkele koffie te drinken vind, lust ik deze Luwak koffie met wat suiker wel. De vrouw die de koffie maakt toont me dat het gruis zelfs goed is voor de huid, een natuurlijke scrub.

Het begint te regenen en mijn gids wil blijven zitten. Ik bestel nog een koffie, de gids en de vrouw van dit koffiehuis proberen me te overtuigen een klein pakje koffie voor 20 euro te kopen. Maar ik bedank. Daar kan ik niet zo goed tegen, zij beslissen dat ik het moet kopen...want ik ben toch rijk? Naast me zit een vervelende Japanner in onverstaanbaar Engels te brabbelen en ik zit verveeld met die situatie van daarnet. Ik wil echt weg... De regen stopt eindelijk en de gids leidt me naar de plaats waar de bus stopt. Back to Bukittinggi, waar ik over de markt loop en wat loempia's koop om de namiddag door te komen. 

Geen opmerkingen: