"Het is niet omdat het moeilijk is dat we niet durven, het is omdat we niet durven dat het moeilijk is"

14 oktober 2012

Yogyakarta

Na een supernap in de voormiddag eet ik in de eerste warung die ik tegenkom. Noodlesoep met limoenthee met ijs. Heerlijk. Ik steek de straat over om een bemo te stoppen, want ik wil 3 km verder naar een bescheiden tempel in Medut gaan kijken. Achter me spreekt een man me aan. Ik ga toch niet te voet, als hij hoort waar ik heen wil. Het is veel te warm. En hij heeft gelijk, het is bloedheet, stralend blauwe hemel. Hij toont me zijn vespa...helemaal omgebouwd tot een vespa met sidecar. Ik denk dat hij een grapje maakt, maar hij wil me voeren en ik geef wat ik wil.

De Medut tempel is een boeddhistische tempel, de boeddha die hier woont is afgebeeld met zijn beentjes naar beneden...zoals normale mensen zitten dus. Naast de tempel is een klooster, ik loop er even rond. Het is hier heerlijk rustig en netjes. Mijn kameraad zet me terug af in het centrum van Borobudur, bekend om de grootste boeddhistische tempel van de wereld. Ik ga een kijkje nemen waar ik morgenvroeg om 6 uur moet zijn, want dan gaat de tempel open...kwestie van de massa en de hitte te slim af te zijn. Ik doe wat inkopen, waaronder mango en drink een sirsakdrankje...mijn favoriet!

's Avond duiken er straatresto's (warung) op met elk iets anders op het menu. Ik stop bij de eerste, een man en vrouw staan achter het vuur onder de shelter. Zo'n straatresto bestaat uit enkele grote zeilen met daaronder enkele wokpannen, een karretje die als keukenkast en werktafel in één, wat tafeltjes en plastic stoeltjes. De koks schrapen en roeren in de pan, eerst met olie, dan vliegt de mie erin met groenten en wat kip. Een goeie scheut soja en wat pepers...goed roeren en schrapen et voila, zo krijg je bakmie. Heerlijk met wat krupuk en een glas warm water om het vuur in mijn mond te doven. Hier in Java eet ik met vork en lepel...hier is met je handen eten barbaars...in Sumatra is het normaal.

Een man over me vertelt me over het Belgische voetbal, maar ik ben helemaal niet op de hoogte...eigenlijk zijn de bewoners hier best trots op hun land, enfin, ik denk eerder op hun eiland en zeker op hun dorp of stad. Ik, daarentegen, ken niks van onze grote sportnamen...shame on me...Hij somt een heleboel woorden in het Nederlands op, in Java lopen er wel meer rond die een mix van Engels en Nederlands tegen me spreken. Het grappige is dat ze klinken als een papegaai als ze zoiets zeggen.

De volgende ochtend loopt mijn wekker om 5 uur af, net nu ik eens niet door een muezzin gewekt wordt. De Borobudur tempel dateert blijkbaar al van de 8ste eeuw en dat ding is echt gigantisch. Het bestaat uit verschillende terrassen met beelden van boeddha, zijn levensverhaal uitgehouwen in de stenen muren. Ik ontdek dat er vier verschillende beelden van de boeddha zijn: de geestelijke sterkte, de meditatie, de vrees en vrijheid en uiteraard de liefde. Het is 7 uur en het is al heet, nochtans zit de zon verscholen achter grote donkere wolken. En denk nu niet dat het gaat regen, want dat is niet zo hoor. Die zon komt er nog wel door en dan is het weer schroeien!

Rond 10 uur sta ik terug in het hotel, mijn was is nog niet klaar. Ik doe vervelend, beloofd is beloofd. Ik las in de reisverhalen van Adriaan van Dis dat Chinezen helemaal averechts worden als je ontevreden bent...maar hier zijn de mens ongemakkelijk en zetten alle middelen in om het probleem op te lossen. Met als resultaat dat ik mijn was heb na een douche en het inpakken van mijn huisje. Hop naar Yogyakarta. Ik kom mijn kameraad met de vespa weer tegen, hij voert me naar de bus terminal, ik mag zelfs niet betalen, ik heb gisteren al teveel gegeven. Nochtans heb ik 20 000 IDR betaald, dat is ongeveer 2 Euro...

Net op tijd, de bus vertrekt net. Thuis zou de bus ook effectief doorrijden. Mijn kameraad roept iets naar de busbestuurder, er springt een andere man uit die mijn rugzak in de bus gooit en mij erachter duwt. Amai, en dan is het tijd voor een sigaretje...haha op de bus, geweldig! De oude bus kreunt, kraakt en piept. De man die net mijn rugzak in de bus zette, roept mensen op de straat...hij haalt de reizigers aan, ontvangt de betalingen en commandeert de bestuurder om te stoppen of te vertrekken. Een mooi team, zo werkt de bus dus in Java.

Na een rit van zo'n drie uur, sta ik terug voor het treinstation. Hier moet ergens de zone voor goedkope hotels zijn...Sosrowijayan. Ik word langs alle kanten belaagd met 'transport miss?', 'Where are you going miss?', 'Come and see the accommodation miss!', maar ik loop lekker door. Ik heb van een Nederlandse backpacker een super cheap adresje gekregen...dit wordt mijn goedkoopste plek met eigen badkamer, 50 000 IDR verdorie...dat is 5 Euro...en dat is nog proper ook! Een Mandi, zelfs een douche, een groot bed, een raam en een ventilator en een propere vloer. Dat is alles wat ik nodig heb!

Er is zelfs een terras. Ik zoek in de straatjes naar een warung met vers vruchtensap, maar zonder resultaat. Ik wil per sé op mijn terras een vruchtensapje nuttigen, dus ik vraag bij het resto next door of ik een meeneem versie kan krijgen. Natuurlijk, breng het glas maar eens terug! Geweldig. Heerlijk, vruchtensap, kruitnagelsigaretje, een goed boek en de heerlijke warmte. Het is hier vrij rustig in de straatjes, tot ik de Muezzin hoor...de moskee is dus ook next door. Als ik met mijn ipod in mijn kamer lig, hoor ik het gebed nog alsof ze naast mij staan...dat wordt geweldig morgenvroeg: De gelovigen bidden en ik vloek!

Uiteindelijk valt de oproep tot bidden in de vroege ochtend mee...eigenlijk klinkt het deze keer mooi en het is van zeer korte duur. Ik sta al om 8 uur in het Kraton, dat is de ommuurde stad waar de Sultan, vergelijkbaar met een gouverneur bij ons, in zijn paleis woont. De rust in het midden van de stad is frappant, het slagwerkconcert klinkt rustgevend en is toch zeer ritmisch, ideaal lijkt me dat om de dag mee te starten. Ik ben heel erg moe en sleep me na het bekijken van de batikfiguren op stoffen en de binnentuin van het kraton terug naar het stadscentrum. Op de markt koop ik wat loempia's en fruit.

Ik neem de bus naar het Prambaran, de Hindutempels net buiten Yogya. Ik lijk wel de enige toerist die met het openbaar vervoer reist, iedereen laat zich in de stad verleiden tot een dagtrip, terwijl je zoveel geld uitspaart door de rechtstreekse bus te nemen. De zon brandt, weer geen wolkje aan de lucht en ik voel mijn energiepeil zakken...ik word een beetje bang ziek te worden. Ik bezoek de tempels, die ook hier weer knap zijn. Het zonlicht valt nogal tegen om een behoorlijke foto van de hele tempelsite te maken. Hier staan de belangrijkste tempels nog recht, maar een aardbeving enkele jaren geleden maakt dat een bezoek aan de centrale tempel niet zonder hoofdbescherming kan. Een deel van deze tempel kan je binnenin bekijken, maar net bij de olifant niet. Spijtig. Ik zet me na het bekijken van het beeldhouwwerk in de buitenmuren, op een bankje en geniet van de ondergaande zon achter dit fenomeen.



Geen opmerkingen: