"Het is niet omdat het moeilijk is dat we niet durven, het is omdat we niet durven dat het moeilijk is"

2 oktober 2012

Onderweg naar het regenwoud

Donderdagochtend, er begint alweer een nieuw avontuur, ik weet niet goed wat me te wachten staat. Ema, het meisje van het hotel, brengt me in contact met een gids in de jungle te Ketambe. Dit dorpje ligt op 7 uur rijden in Aceh, de noordelijkste provincie van Sumatra en geeft toegang tot het Nationaal Park Leuser. In Aceh zijn de moslims in de meerderheid en daar zijn ze nog erg gelovig, dat wordt mouwtjes dragen dus.
Ik ben wel wat neurveus, Ema heeft me een becak geregeld tot een plaats waar ik haar en de gids Jonni zal ontmoeten. Maar ik geloof in de goedheid van Ema. Ik praat even me Jonni en mijn buikgevoel zegt dat ik hem kan vertrouwen. We vertrekken onmiddellijk met de bus naar Ketambe voor een driedaagse in de jungle.

De busterminal zegt het al meteen, deze is meer basic dan ik ooit gezien heb. Het binnenplein is bedekt met keien tussen de plassen in en omringd met bouwvallige, houten stalletjes waarin eten en drinken wordt verkocht. Het toilet is echt degoutant goor. De bus is een rammelende en roestende bestelwagen met 12 zeteltjes, dit is het vervoer van de man in de straat. Minder dan 5 euro voor een rit van 7 uur door de bergen. De bus zit tot aan de vol met mensen, dozen onder de zetels en nog wat materiaal op het dak gebonden. En geen airco, maar dat vind ik na gisteren niet erg. (Mijn rit van Siantar naar Medan was een ware hel, op elkaar gepropt zonder airco of ramen die open gaan en ik had opstandige darmen en koorts...fijn fijn) Jonni regelt dat we allebei aan het raam zitten, achter elkaar, zodat we frisse lucht hebben en buiten kunnen kijken. En dan kunnen de locals ook terugkijken als ze me aan het raampje zien zitten, ondertussen ben ik het wel gewoon.

De weg naar het noorden is ooit door de Nederlanders aangelegd en naar mijn gevoel is er verder ook niks meer aan gedaan, sommige stukken is er zelf geen asfalt meer te bespeuren. De dorpjes langs deze route zien er povertjes uit, maar Jonni vertelt me dat echt niemand arm is. Er is genoeg eten voor iedereen en de gemeenschap zorgt voor iedereen, dus niemand hoeft op straat te slapen> Het enige wat ze niet hebben is luxe, zoals ze op televisie zien. Kippen pikken tussen het afval dat op een hoopje ligt ergens in het dorp. Honden slapen voor de huizen, vrouwen leggen noten in de zon, kinderen kijken naar de voorbijrijdende bus. De route voert ons door bergen met maisvelden, bananenbomen, rijstvelden, palmbomen afwisselend met regenwoud. In de streek van Berastagi proef ik wat fruit, passievrucht waarvan de schil niet zo hard is als thuis en snake fruit, iets wat ik niet ken. Het smaakt vreemd zoet, maar verdomd lekker en goed voor de maag.Ook hier smikkelen Makaken langs de weg een verloren lading fruit.We stoppen in een van dorpjes om te lunchen, rijst met vis en lekker en spotgoedkoop. sinds twee dagen eet ik net zoals de locals met mijn vingers, geloof me, het is makkelijker...maar dan moet je wel zeker de handjes wassen!
Ik vraag me net af wat er zou gebeuren als de bus in panne valt en de band links achter ontploft...ik heb dat dus soms nog en dat is echt eng. Maar geen probleem kan hier niet opgelost worden, op een kwartier zit er een andere band in de plaats.

Na meer dan 7 uur komen we in Kutacane aan, nog een uurtje voor Ketambe, waar we vandaag nog willen geraken. Er rijden geen bussen meer naar onze bestemming, maar Jonni heeft al een oplossing. We lopen naar de warung (woonwijkje) waar een deel van zijn familie woont, om een scooter te gebruiken. We krijgen allebei een bord met rijst, groenten en vis dat we in de woonkamer opeten. Heerlijk moment. Na het eten kruipen we op de scooter, bedolven onder de rugzakken, dat moet een mooi zicht zijn. De sfeer zit er wel in zo, al snel blijken deze moslim en christen op dezelfde golflengte te zitten wat geloof betreft. We installeren ons elk in een houten bungalow eens aangekomen in Ketambe. Dit wordt mijn eerste nacht in de jungle.


Geen opmerkingen: